Wees alert, want er loert gevaar
Geert Van Herck
Chief Strategist KEYPRIVATE
21 november 2023
3 minuten te lezen
Historisch gezien realiseert de beurs meer positieve jaarreturns dan negatieve, dus een aandelenbelegger is maar beter een optimist. Betekent dat dat we de boodschap van de pessimisten en doemdenkers zomaar in de wind mogen slaan? Natuurlijk niet, want dat zou simpelweg naïef zijn. Het is en blijft onze bedoeling om u realistische verwachtingen mee te geven.
Maar we geven het graag toe: wij behoren tot de beursoptimisten. Dat had u allicht al zelf kunnen opmaken. De geschiedenis leert ons dat wie in Europese aandelen belegde in 32 van de afgelopen 42 jaren een positieve return kreeg. Ons lijkt het dan ook onverstandig om tegen diezelfde beurs te wedden, al neemt dit niet weg dat we realistische verwachtingen hebben.
Af en toe treden er namelijk ook eens moeilijke beursperiodes aan en de laatste tijd duiken er toch een aantal indicatoren op die in die richting kunnen wijzen.
Vandaag behandelen we het monetair beleid, in een volgende bijdrage – die er snel aankomt - zullen we de evolutie van de rentecurve eens van dichterbij bekijken.
Het afgelopen decennium kende een zeer soepel monetair beleid. Tijdens en na de financiële crisis van 2008 hebben Westerse centrale banken enorme hoeveelheden liquiditeiten in het financieel-economische systeem gepompt. Met als doel? Rentevoeten zo laag mogelijk en economische groei op peil te houden. En ja hoor, een deel van deze ‘kapitaalsinjectie’ vond inderdaad zijn weg naar de financiële markten, waardoor de belangrijkste wereldbeurzen de afgelopen jaren mooi hoger zijn gegaan.
Grafiek 1 toont ons de zeer hoge correlatie tussen het balanstotaal van de centrale banken en de evolutie van de Amerikaanse S&P 500 index. De geïnjecteerde liquiditeiten van de centrale banken impliceren een hoger balanstotaal omdat de centrale bankiers hoofdzakelijk obligaties kopen en deze op hun balans zetten.
Grafiek 1 : S&P 500 vs balanstotaal Westerse centrale banken
Bron: Crescat Capital
Maar nu lijkt er zich een divergerende ontwikkeling af te tekenen. Centrale bankiers pompen vandaag minder geld in de economie en geven er blijkbaar eerder de voorkeur aan om hun balanstotaal naar een lager niveau te brengen.
Zal dit de opwaartse trend van de S&P 500 en andere beurzen fnuiken?
Zoals u weet, aan dergelijke voorspellingen wagen we ons niet graag. Maar we gaan alleszins toch wel wat alerter worden. Net zoals hogere langetermijnrentevoeten obligaties weer aantrekkelijker hebben gemaakt , zullen ook de aandelenmarkten naar een nieuw evenwicht moeten zoeken. Zulke aanpassingsperiodes zorgen vaak voor verhoogde volatiliteit. Feit is dat de periode van ultralage rentevoeten nu blijkbaar achter ons ligt.
Conclusie
De afgelopen 15 jaar bestond er een nauwe correlatie tussen het ultrasoepele (en door massale geldinjecties gekenmerkte) monetair beleid en de aandelenmarkten.
Nu deze periode almaar meer tot het verleden blijkt te behoren, nemen de risico’s voor aandelenbeleggers toe. Kijk dus de komende periode best wat vaker naar het 200-daagsgemiddelde van de belangrijkste indices. Ziet u een neerwaartse doorbraak door deze gemiddeldes? Dan kan dat een aanleiding zijn om de aandelenblootstelling wat af te bouwen.
Een andere parameter zou de totale return van een belangrijke aandelenindex (zoals de S&P 500 of de MSCI Europe index) kunnen zijn. Stel dat die over 12 maanden in de rode cijfers duikt, dan zou ook dit het signaal kunnen zijn om wat gas terug te nemen op de beurs.