Hoe beïnvloeden verkiezingen de beurs?
Keytrade Bank
keytradebank.be
18 januari 2024
3 minuten te lezen
2024 is niet zomaar een verkiezingsjaar. Het is hét verkiezingsjaar. Nooit eerder zullen er zo veel mensen naar de stembus trekken als dit jaar. Samen vertegenwoordigen de ruim 70 landen waar gestemd wordt zo’n 49% van de wereldbevolking. Daarbij horen acht van de tien meest bevolkte landen: India, Bangladesh, Pakistan, Indonesië, Rusland, de Verenigde Staten, Brazilië en Mexico. Als er één iets is waar beleggers niet van houden, dan is het onzekerheid. En laat verkiezingen net een bron van onzekerheid zijn. Wie de touwtjes in handen krijgt, bepaalt het beleid in eigen land en mee de geopolitiek in het buitenland. Met nationale verkiezingen in enkele van ’s werelds grootste economieën - de VS, India en (wellicht) het Verenigd Koninkrijk - staat er dan ook een en ander op het spel voor de toekomst. Maar staat er ook veel op het spel voor de beurs?
Als het kriebelt …
Wanneer er verkiezingen aankomen, is het niet ongewoon om te horen dat ze ‘de belangrijkste van ons leven’ zullen zijn. In veel opzichten kan een verkiezing aanvoelen als een scharniermoment, omdat degene die het voor het zeggen krijgt de agenda zal bepalen. Net omdat ze belangrijk aanvoelen, is het logisch dat beleggers aannemen dat de uitslag ook een grote impact zal hebben op de financiële markten. Elke partij heeft immers haar agenda en zal een heleboel voorstellen doen om belangrijke kwesties aan te pakken. Aanpassingen in belastingen, regelgeving en overheidsuitgaven kunnen allemaal een impact hebben op investeringen en consumptie. Of u het nu wel of niet eens bent met de plannen: het is logisch dat u zich verleid zal voelen om veranderingen aan te brengen in uw eigen portefeuille om te profiteren van, of u te beschermen tegen, de marktbewegingen die u verwacht als gevolg van een verkiezingsuitslag.
Op het verkeerde been
Een theorie die regelmatig de kop opsteekt is dat de markt de uitkomst van bepaalde gebeurtenissen, zoals verkiezingen, kan voorspellen. Dat is ook wel bekend als het ‘wisdom of the crowd’-principe. Om die theorie te verklaren, gaan we even terug in de tijd. In 1906 bezocht Francis Galton, een statisticus, een veemarkt waar een wedstrijd werd gehouden. 800 deelnemers kregen de kans om het gewicht van een os te raden. Na een analyse van alle individuele schattingen, ontdekte Galton dat de mediaan extreem dicht bij het werkelijke gewicht van de os lag (minder dan 1% verschil). Dit illustreert hoe de collectieve inschatting van een grote groep mensen vaak verrassend accuraat kan zijn.
De theorie is leuk, maar weinig bruikbaar. Een veemarkt is niet hetzelfde als de beurs. En het gewicht van een os inschatten is niet hetzelfde als de volgende president voorspellen en die uitkomst proberen te verrekenen in de beurskoersen. De praktijk toont dan ook dat beleggers niet beter in het voorspellen van verkiezingsresultaten zijn dan opiniepeilingen. Ook niet als het voor de meest gemediatiseerde en bestudeerde verkiezingen ter wereld gaat: de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Zo werd de kans dat Hillary Clinton in 2016 de verkiezingen zou winnen op 70 tot wel 99 procent geschat. Zelfs beleggers die de uitslag correct voorspelden en hun portefeuille aanpasten, werden op het verkeerde been gezet: in 2016 was de consensus dat een overwinning van Trump destabiliserend zou zijn voor beleggers. Uiteindelijk leidde zijn verkiezing tot een rally op de markten - geholpen door belastingverlagingen en een soepel fiscaal beleid.
Volatiel op korte termijn
Bijkomende overweging: omdat verkiezingen met een zweem van onzekerheid komen, is het bijna intuïtief om aan te nemen dat ze de beursprestaties negatief zullen beïnvloeden. De impact van verkiezingen is doorgaans meer voelbaar op de korte termijn, waarbij markten reageren op de onmiddellijke onzekerheid en speculatie rond de uitslag. Deze reactie kan zich uiten in verhoogde volatiliteit en korte, heftige schommelingen in aandelenkoersen. Echter, eens de stof is neergedaald en de nieuwe beleidsrichting duidelijk wordt, stabiliseren markten zich vaak weer. Uitstappen voor de verkiezingen om nadien weer in te stappen: zinvol is het wellicht niet.
Historische gegevens voor de VS (goed voor 40% van de globale marktkapitalisatie) geven aan dat verkiezingsjaren niet synoniem hoeven te staan met kwakkeljaren op de beurs. In de 24 verkiezingsjaren sinds 1928 eindigde de S&P 500 20 keer in het groen en amper 4 keer in het rood. Het gemiddelde rendement tijdens verkiezingsjaren bedroeg zelfs 11,58%. Dat is ruim boven het gemiddelde rendement van de S&P 500 van 9,81% voor alle jaren sinds 1928. Hoewel de markten in de aanloop naar verkiezingen extra volatiel kunnen zijn, vooral wanneer de uitkomst onvoorspelbaar is, wordt het rendement van aandelen, obligaties en andere beleggingen op de lange termijn dus veel meer gedreven door de economische en bedrijfseigen fundamenten. De link tussen beursprestaties en verkiezingsuitslagen is over het algemeen dan ook eerder weinig relevant voor beleggers.
Inzetten op thema’s?
Het is ook belangrijk om voor uw beleggingen niet té veel waarde te hechten aan de beleidsplannen van de kandidaten. Er zijn dikwijls verschillen tussen de voorstellen die tijdens de campagne worden gedaan en de daadwerkelijke beleidsveranderingen die plaatsvinden als de kandidaat eenmaal in functie is. Het is weinig waarschijnlijk dat een nieuwe regering of president exact kan waarmaken wat hij of zij tijdens de verkiezingscampagne voorstelde. De impact kan natuurlijk wel per sector verschillen. Bijvoorbeeld, hoe reageren technologiebedrijven, versus de energie- of gezondheidssector op een bepaalde verkiezingsuitslag? Deze nuance kan wel relevanter zijn voor beleggers met een sector-specifieke focus.
Onzeker over de impact van verkiezingen?
Overweeg om periodiek te beleggen. Zo spreidt u uw beleggingen over verschillende sectoren en in de tijd.