Naar navigatie gaanNaar aanmelden gaanNaar inhoud gaan

Per seconde grijzer? Denk nu al aan uw pensioen

Keytrade Bank logo

Keytrade Bank

keytradebank.be

De gemiddelde Belg stopt rond z’n 61e met werken. Onze levensverwachting stijgt. En de actieve bevolking krimpt, waardoor er minder handen zijn om de pensioenkas te vullen. Redenen genoeg dus om vandaag al te beginnen nadenken aan uw pensioen. Misschien nog niet meteen aan de hobby’s en reizen die u wil ondernemen ... Maar wel vooral aan hoe u uw pensioen zal financieren.

Tenzij u een volledige carrière als topambtenaar werkte, zal uw wettelijk pensioen namelijk een flink pak lager liggen dan uw laatste loon. Volgens berekeningen van de OESO ligt het gemiddelde wettelijk pensioen in België ruim een derde lager dan het laatste loon. Daarom kunt u best nu al voorzorgen nemen, zodat u later uw levensstandaard behoudt.

8 financiële tips om later volop van uw pensioen te genieten

1. Start met pensioensparen

Pensioensparen kan zodra u meerderjarig bent en werk of een belastbaar inkomen hebt. In de meeste gevallen stort u dan jaarlijks een bedrag in een pensioenspaarfonds. Zo’n fonds wordt beheerd door een professioneel team dat het geld belegt in aandelen, obligaties, vastgoed, enzovoort. Bent u op pensioen, dan krijgt u het geld en de potentiële opbrengst uitgekeerd.

Pensioensparen hoeft u niet élk jaar te doen, maar het is wel aan te raden. Het grote voordeel is namelijk dat de overheid u een mooie tegemoetkoming biedt als u aan pensioensparen doet. Jaarlijks krijgt u een belastingvoordeel van 25 of 30% op het bedrag dat u aan pensioensparen doet (als u tenminste aan alle voorwaarden voldoet). Voor inkomstenjaar 2020 zijn dit de voordelen:

  • Ofwel stort u tot 990 euro: dat levert een belastingvermindering op van 30% (fiscaal voordeel van 297 euro).
  • Ofwel stort u tot 1.270 euro: goed voor een belastingvermindering van 25% (fiscaal voordeel van 317,5 euro).

2. Ga voor een werkgever met een groepsverzekering

Bent u werknemer, dan kan het een slim idee zijn om te kiezen voor een werkgever die een groepsverzekering aanbiedt. In dat geval stort uw werkgever maandelijks een bedrag in bijvoorbeeld een pensioenspaarfonds. In de meeste gevallen houdt uw werkgever daarnaast ook een stukje van uw eigen loon in om in dat fonds te storten. Op die manier bouwen jullie samen een reserve op. Mooi meegenomen: in België heb je recht op een wettelijk minimumrendement. De voorbije jaren was dat ongeveer 1,75%.

Biedt uw werkgever geen groepsverzekering aan? Geen nood: sinds 2018 kunt u kiezen voor een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW). Die formule is bedoeld voor wie geen of een heel beperkt aanvullend pensioen heeft. U dient de bijdragen wel zelf te financieren. Uw werkgever houdt de bedragen af van uw nettoloon en stort ze door naar uw pensioenspaarplan. U kan een bijkomende belastingvermindering krijgen van 30% op uw stortingen, bovenop die van uw pensioensparen.

Ook als contractueel ambtenaar kan het zijn dat uw werkgever een aanvullend pensioen voor u opbouwt. Die optie werd recent gelanceerd.

3. Zelfstandige? Kies voor een VAPZ

Het wettelijk pensioen van een zelfstandige is gemiddeld nog een stuk lager dan een werknemer (en zeker lager dan een gemiddelde ambtenaar). Werkt u als zelfstandige? Dan doet u er goed aan om een nog groter stootkussen voor uw pensioen aan te leggen. Hoewel zelfstandigen niet kunnen genieten van een groepsverzekering, zijn er wel oplossingen op maat zoals een VAPZ, een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. Dat heeft heel wat voordelen:

  • De bijdragen zijn 100% fiscaal aftrekbaar als beroepskost.
  • Uw netto inkomen daalt, waardoor u minder sociale bijdragen verschuldigd bent.
  • U geniet net als bij een groepsverzekering van een gewaarborgd minimumrendement.

4. Verandert u van statuut? Denk ook aan uw pensioen.

Een kruidenier met een diploma verpleegkunde? Of een carrièreparcours met 19 verschillende jobs? Vandaag zijn dat geen uitzonderingen. We worden steeds mobieler in onze job. En pingpongen ook makkelijker tussen verschillende statuten.

Voordat u echter van statuut verandert, kan het nuttig zijn om de gevolgen voor uw pensioen na te kijken. Als ambtenaar hebt u doorgaans een hoger wettelijk pensioen dan als werknemer. Zelfstandigen hebben in regel het laagste wettelijk pensioen. Ook al wordt uw loon misschien aantrekkelijker door van statuut te veranderen, becijfer best eerst het totale plaatje.

5. Spaarboekje: het vet is van de soep

De rente op spaarboekjes is al jaren historisch laag. En dat zal de komende jaren nauwelijks veranderen. Terzelfder tijd is de inflatie hoger dan de rente op uw spaarboekje. Het geld op uw spaarboekje brengt een heel klein beetje rente op, terwijl de prijzen voor goederen en diensten vele malen sneller stijgen. Anders gezegd: voor hetzelfde geld wordt uw winkelkar steeds leger. Het rendement op uw spaarboekje compenseert die afname aan koopkracht al jaren niet meer.

Als uw profiel dat toelaat, kunt u geld dat u op korte of middellange termijn niet nodig heeft beter beleggen. Dat houdt risico’s in, maar levert historisch gezien een potentieel hoger rendement op dan sparen, zelf als u alle dips op de beurs meerekent. Belangrijk is dat u wel een lange termijn voor ogen houdt, bij voorkeur minstens 7 jaar, zodat uw beleggingen tijd hebben om zich te herpakken als het even onweert op de beurs. Beleggen bij Keytrade Bank kan al vanaf 25 euro per jaar.

6. Een woning kopen in plaats van huren

Als u op uw pensioen een woning huurt, dan neemt dat een grote hap uit uw pensioen. Een eigen huis of appartement verwerven is meestal een goed idee: u betaalt geen huur aan een verhuurder, maar investeert het in uw persoonlijk eigendom. In België zitten de vastgoedprijzen bovendien al decennia in stijgende lijn, waardoor uw vastgoed mogelijks in de toekomst nog in waarde stijgt. Bovendien zijn de intrestvoeten op hypothecaire leningen nog steeds interessant geprijsd. Als u een lening aangaat, dan zorgt u er best voor dat die tegen uw pensioen is afbetaald.

Een woning op het oog? Doe een gratis simulatie van uw krediet.

7. Ga niet (te) vroeg op pensioen

Hoewel de wettelijke pensioenleeftijd vandaag 65 jaar bedraagt, stoppen Belgische mannen gemiddeld met werken als ze 61,8 jaar zijn en vrouwen als ze 60,5 jaar zijn (bron: OESO). Als u eerder stopt met werken, wordt u op verschillende manieren benadeeld. Het belangrijkste is dat uw wettelijk pensioen lager zal liggen. Maar ook voor uw groepsverzekering zijn er nadelen. Gaat u met vervroegd pensioen als werknemer, dan bouwt u minder pensioen op met uw groepsverzekering. Als u tot uw wettelijke pensioenleeftijd werkt, dan betaalt u 10% belasting op het uitgekeerde bedrag van uw groepsverzekering. Stopt u eerder met werken, dan betaalt u 16,5% belasting.

8. Werk voltijds of kies voor gelijkstelling

Een deeltijdse job zal altijd minder pensioen opleveren dan een voltijdse job. Zelfs als u als werknemer met een deeltijdse job evenveel verdient als een collega die voltijds werkt. Als u (een poos) deeltijds wil werken, dan kan tijdskrediet of thematisch verlof (ouderschapsverlof, palliatief verlof, enzovoort) een interessant alternatief zijn. De periode dat u niet werkte kan dan wel gelijkgesteld worden en dus meetellen voor uw pensioenopbouw.

Voor ambtenaren is de situatie anders. Binnen dit statuut is het in de regel een stuk makkelijker om pensioenrechten te blijven opbouwen. Voor zelfstandigen is voltijds of deeltijds werken niet relevant voor de pensioenopbouw. Bij de pensioenberekening telt namelijk het netto belastbaar beroepsinkomen en de samenstelling van het gezin.

Let wel: neem deze beslissingen doordacht, en informeer u goed vooraleer te veranderen. Er kunnen voorwaarden en uitzonderingen van kracht zijn.

Andere artikels die u mogelijk interesseren