Handleiding: zoveel spaargeld heeft u nodig
Keytrade Bank
keytradebank.be
20 september 2024
3 minuten te lezen
1.000, 10.000, 100.000 of misschien een miljoen? Hoeveel spaargeld moet u hebben om onverwachte uitgaven aan te kunnen en met een gerust hart te leven?
370 miljard euro: zoveel geld hebben Belgische gezinnen samen op hun zicht- en spaarrekeningen staan. Dat blijkt uit de laatste cijfers van de Nationale Bank van België (juli 2024). Gemiddeld komt dat neer op 39.223 euro per volwassen Belg. Niet mis, denkt u misschien. Alleen, gemiddelden verbergen soms extremen. En dat is voor de Belgische spaarders niet anders. De mediaan - het punt waarbij de helft meer heeft en de helft minder - ligt veel lager. Die mediaan bedraagt 14.000 euro spaargeld per huishouden (en dus niet per persoon!) volgens het recentste onderzoek uit 2022. Is 14.000 euro voor een gezin te weinig om financiële zekerheid te garanderen? Of is 39.223 euro per persoon misschien meer dan nodig? Het antwoord hangt af van verschillende factoren, want er valt niet zomaar een harde grens te trekken. Het is niet zo dat een buffer van 19.999 euro ontoereikend is, en 20.000 euro plots wel genoeg is.
Om te berekenen hoeveel voldoende is voor uw persoonlijke situatie, maakt u een opsplitsing tussen sparen voor noodgevallen, sparen voor projecten en sparen voor later.
1. De basis: een spaarbuffer voor noodgevallen
Uw spaarbuffer is uw financiële reddingsboei, bedoeld om u te beschermen tegen onverwachte uitgaven en inkomensverlies. Denk aan een kapotte wasmachine, medische noodgevallen of een plotseling verlies van inkomsten. Zo’n noodreserve helpt u om tegenslagen te overbruggen zonder dat u uw normale levensstijl hoeft op te geven of in de schulden raakt.
Een degelijke spaarbuffer voor noodgevallen bestaat doorgaans best uit drie tot zes maanden van het netto-inkomen van uw gezin. Dit bedrag is gebaseerd op het idee dat u met dit geld uw vaste lasten kan blijven betalen als uw inkomen tijdelijk wegvalt. Voor iemand met een maandelijks netto-inkomen van 2.500 euro, zou dat betekenen dat u tussen de 7.500 en 15.000 euro als noodreserve aanhoudt.
Die drie tot zes maanden is een vuistregel. Maar niet iedereen heeft dezelfde buffer nodig. Een berekening op maat? Onze noorderburen ontwikkelden een handige calculator waarmee uw in minder dan een minuut uw noodbuffer berekent. De exacte grootte van uw noodspaarpot hangt van verschillende factoren af:
- Gezinssamenstelling: Alleenstaanden en tweeverdieners zonder kinderen hebben vaak een lagere buffer nodig dan gezinnen met kinderen. Vooral alleenstaande ouders doen er goed aan een grotere buffer aan te houden, gezien de grotere verantwoordelijkheid en het hogere risico op onverwachte kosten.
- Arbeidssituatie: Als u een vast inkomen hebt, is een kleinere buffer wellicht voldoende. Maar als u freelancet of een onregelmatig inkomen hebt, is een grotere buffer cruciaal. Hetzelfde geldt als u in sectoren werkt waar de werkzekerheid minder groot is.
- Leeftijd en gezondheid: Naarmate u ouder wordt, stijgen vaak de gezondheidskosten.
- Gemoedsrust: U luistert best ook naar uw buikgevoel. Als u beter slaapt met een groter bedrag op uw spaarrekening, dan is dat helemaal oké.
- Woningbezit: Als u eigenaar bent van een woning, vooral als deze nog niet volledig is afbetaald, hebt u mogelijk een grotere buffer nodig. Reparaties en onderhoudskosten kunnen snel oplopen.
- Schuldenlast: Als u een of meer autoleningen heeft, verhoogt dit uw maandelijkse vaste kosten en kan het nodig zijn om een grotere buffer aan te houden. Dit geldt ook voor andere leningen, zoals een hypotheek of persoonlijke leningen. Aanzienlijke maandelijkse verplichtingen, betekent dat uw buffer groter moet zijn om onverwachte tegenslagen op te vangen zonder uw financiële stabiliteit in gevaar te brengen.
- Economische omstandigheden: Als u zich in een uitdagende economische omgeving bevindt, kan dit uw uitgaven verhogen en uw financiële buffer sneller doen slinken. In zulke tijden is het verstandig om een grotere buffer aan te houden om voorbereid te zijn op eventuele inkomensdalingen of extra uitgaven.
Geld voor noodgevallen zet u best op een aparte spaarrekening. Zo staat het uit uw zicht en komt u minder snel in de verleiding om die noodspaarpot aan te spreken. Denkt u binnen het jaar deze buffer te moeten aanspreken, kiest u best voor een spaarrekening met een hogere basisrente.
2. Bovenop de spaarbuffer: sparen voor projecten
Naast een buffer voor onverwachte uitgaven is het ook een goed idee om een reserve aan te leggen voor toekomstige projecten. Een verbouwing bijvoorbeeld, of een verre reis, de aankoop van een elektrische fiets, enzovoort. Maar ook om dure maanden te overbruggen (december, schoolstart, …), uw verkeersbelasting en autoverzekering te betalen, enzovoort. Hoeveel u hiervoor opzijzet, ligt aan de projecten die u plant en hun kostenplaatje. Een renovatie kan tienduizenden euro's kosten, terwijl u voor een vakantie of een nieuwe fiets misschien slechts enkele duizenden euro's nodig hebt. Het kan nuttig zijn om voor deze doelen een aparte rekening aan te houden. Door uw spaargeld voor heel grote en dure projecten zelfs te verdelen over meerdere rekeningen, behoudt u het overzicht. Als u langer dan een jaar voor een project spaart, valt een spaarrekening met een hogere getrouwheidspremie zeker te overwegen.
3. Sparen voor later
Nu al wat opzij zetten voor uw pensioen kan ook een goed idee zijn. De kans is immers klein dat de inkomsten uit uw wettelijk pensioen genoeg zullen zijn om dezelfde levensstandaard aan te houden. Uitzondering is misschien als u een hele carrière als ambtenaar aan de slag was. Ambtenaren ontvangen een gemiddeld brutopensioen van 3.381 euro per maand. Voor werknemers is dat 1.615 euro, en voor zelfstandigen 1.156 euro volgens de jongste cijfers van Pensionstat. Let wel, de kloof tussen mannen en vrouwen is erg groot. Het pensioen van vrouwen ligt in ons land gemiddeld 23% lager. Behalve een spaarrekening met een hogere getrouwheidspremie, kan een termijnrekening met een lange looptijdhiervoor een optie zijn. Een termijnrekening biedt de mogelijkheid om uw geld voor een bepaalde periode vast te zetten in ruil voor een gegarandeerde rente. Dit kan aantrekkelijk zijn omdat de rente op termijnrekeningen vaak hoger ligt dan die op gewone spaarrekeningen. Is uw pensioen nog niet meteen in zicht, en bent u bereid wat meer risico te nemen? Dan kan beleggen een bijkomende optie zijn. Op langere termijn biedt beleggen een hoger rendementspotentieel. Heeft u nog geen kaas gegeten van beleggen, dan kan u ook met kleine bedragen starten (bijvoorbeeld elke maand 25 euro) en op die manier kennismaken met de beurs.
Maandelijks sparen: hoeveel en hoe?
Vier op de tien Belgen hebben moeite om maandelijks geld opzij te zetten. Het opbouwen van een voldoende grote spaarbuffer lijkt misschien een ontmoedigende taak, maar met de juiste aanpak kan het haalbaar zijn.
Een algemene vuistregel is om maandelijks 10% van uw netto-inkomen te sparen. Dit betekent dat iemand met een netto-inkomen van 2.500 euro elke maand 250 euro zou moeten sparen. Als 10% van uw inkomen niet haalbaar is, wees dan niet ontmoedigd. Sparen is geen race, en elke euro die u kunt opzijzetten is een stap in de goede richting. Probeer een bedrag te kiezen dat past binnen uw budget.
Om méér te sparen kan u verschillende technieken uitproberen. Stel bijvoorbeeld een automatische overschrijving in naar uw spaarrekening op de dag dat uw inkomen binnenkomt. Op die manier wordt sparen een gewoonte en hoeft u er niet telkens bij stil te staan. Automatisering zorgt ervoor dat het geld opzij staat voordat u in de verleiding komt om het uit te geven.
Daarnaast kunt u uw spaargedrag bevorderen door uw uitgavenpatroon onder de loep te nemen. Maak een budget en identificeer mogelijke besparingen. Misschien zijn er abonnementen die u niet meer gebruikt of kunt u besparen op energie door bewuster om te gaan met uw verbruik. Kleine aanpassingen kunnen op termijn een groot verschil maken.